Een squadron F-16's

De PH-314 stond op de aanhanger in de hangar. Kort dacht ik na over de laatste overlandvlucht van een week geleden. Al na 40 minuten stonden we aan de grond bij Luijksgestel. Nog minder dan de vorige dag waar de vlucht was geëindigd in Bavel, slechts 40 kilometer ver. Nee, het was niet zo'n best weer de laatste weken. Door de oostelijke stroming was het weliswaar warm en zonnig, echter het werd steeds stabieler. Voor vandaag, zaterdag 21 juli 1990, werd matige droge thermiek verwacht met redelijk zicht en nauwelijks wind. 

"Waar zijn je maten?" vroeg Ton de Kort, toen ik de aanhanger buiten ging zetten. "Ik zou het niet weten, het is al over twaalven. Komen ze niet, dan zal ik een ander moeten zoeken. In ieder geval wil ik met monteren beginnen. Als jij me helpt gaan we toch samen op stap."

"Ik zit liever straks hier in Eindhoven op het terras dan dat ik een droevige akker terechtkom," zei Ton op de startplaats. "Laten we een niet al te grote vlucht plannen." Er werd besloten voor een 105 kilometer driehoek via Weelde en Budel. Een compromis, met kans om rond te komen en bij een buitenlanding niet al te ver weg te staan. Ton staat bekend om zijn voorzichtigheid en wordt soms door zijn maatjes gekscherend Ronnie Remklep genoemd.

De voorspelling matige thermiek was nog aan de optimistische kant. Rommelige bellen tot 800 meter. Na ruim een uur vliegen vlogen we laag bij Reusel. "Als ik het niet dacht, zei Ton, dadelijk staan we hier aan de grond." Gelukkig gaf het dorp stijgen. Boven Weelde werd besloten eerst naar Keiheuvel te vliegen en daarna verder te zien. Met Keiheuvel in zicht vonden we weer thermiek. Op 400 meter begonnen we langzaam te klimmen. 

En toen gebeurde het: "Verrek, kijk links, daar komen een paar jets aan in formatie." Recht onder ons door vloog een formatie van vier F-16's van de Belgische Luchtmacht. "Nog vier." riep Ton. En terwijl de eerste formatie net uit het zicht verdween kwam er weer een nieuwe aan. "Het lijkt wel of de oorlog is uitgebroken, ginds komen er nog veel meer." Niet meer in formatie, maar apart vliegend ging met donderend geweld de ene na de andere F-16 onder ons door. En het bleef maar doorgaan, ook nadat we er al vijftien hadden geteld. 


"Tweeëntwintig, drieëntwintig, daar komt de laatste denk ik." Blijkbaar hadden ze ons gezien. Nummer 24 trok op en denderde dicht onder de Ka-7 door. We konden de vlieger die recht naar boven keek goed zien zitten. Zwaaiend of met gebalde vuist wisten we niet. Daarvoor ging het te snel.

"Ka-7 bij Keiheuvel, ontvangt u ons?" hoorden we plotseling op de radio."Ka-7, PH-314 luid en duidelijk," gaven we direct als antwoord. "PH-314, u mag hier niet vliegen, u dient meteen België te verlaten." We draaiden nog enkele bochten om extra hoogte te winnen. Daarna zouden we met gezwinde spoed het land, dat de aanval op de Ka-7 had geopend, gaan verlaten. Het was maar enkele kilometers naar de grens. Daar zouden we veilig zijn. We vroegen ons af wat er in hemelsnaam aan de hand was. Vierentwintig F-16's tegen een Ka-7 leek ons wel wat wel, grapten we tegen elkaar. 

Weer werd opgeroepen: "PH-314, als u wilt kunt u komen landen op Keiheuvel, maar wel direct." Een kort overleg. Kiezen tussen het terras van Keiheuvel of een mogelijke buitenlanding. De keuze was snel gemaakt. Niet alleen voor het terras. Ook omdat we zeer nieuwsgierig waren. Het antwoord lag immers op Keiheuvel.

"Keiheuvel, PH-314, landing binnen twee minuten." "PH-314, landingsrichting oost, geen verkeer, het veld is vrij." Neus naar beneden, kleppen uit, en in een mum van tijd vlogen we recht voor de baan. Het veld was inderdaad vrij. Geen vliegtuig te bekennen. Wel zagen we links en rechts van de strip duizenden mensen staan. 

Na de landing werden we "verwelkomd" door de Nederlander H. Schwing, die ons boos te verstaan gaf dat we de zaak goed verknald hadden. "Hier zul je nog wel wat van horen." Het boegeroep uit het publiek werd pas duidelijk nadat we te horen kregen wat er feitelijk was gebeurd. België vierde haar nationale feestdag. Traditioneel trekt de Luchtmacht er dan op uit en vliegt in formatie over Brussel en een groot aantal andere steden. Het was de bedoeling dat na het formeren alle F16's van Kleine Brogel over Keiheuvel zouden vliegen om zo de open dag van de Aeroclub op te luisteren. Het Belgische luchtruim was gesloten voor al het vliegverkeer tussen 1 en 5 uur 's middags.

We waren ontdekt door de formatie. Het overvliegen van de F-16's werd afgeblazen. Door ons snel naar beneden te roepen had men nog geprobeerd de zaak te redden. Helaas. Dit alles was gedurende onze landing verteld via de geluidsinstallatie. Het voltallige publiek had het gehoord. Vandaar het boe-geroep.

Het werd duidelijk dat we door de verkeerde man waren uitgeveterd en gedeisd gingen we op zoek naar de leiding van de organisatie. "Jullie horen te weten dat je vandaag tussen 1 en 5 uur niet mag vliegen boven België." We wisten het niet, anders zouden we niet zo stom geweest zijn. We betreurden het gebeuren en zeiden dat we zelf ook waren geschrokken. En om wat goodwill te kweken vertelden we van de laatste F-16 die zo dicht onder ons was doorgevlogen. Eigenlijk niet netjes. Ook al waren wij fout. Men had het gezien en ervan genoten.

"Jammer dat het zo gelopen is en we tot vijf uur moeten wachten voor we met ons programma verder kunnen." Er viel een diepe stilte die ik, met een knipoog naar Ton, zo onschuldig mogelijk probeerde te doorbreken. "Kunnen we jullie uitnodigen voor een pintje op het terras, nu we toch moeten wachten?"

De uitnodiging werd meteen geaccepteerd. Het werd meer dan een pintje en het was maar goed dat we beschikten over een goede ophaalploeg die ons veel later veilig terugbracht naar Eindhoven.

.

Terug naar: "avonturen en belevenissen met de PH-314"

Terug

Home